Marcus 1:1-13
1 Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. 2 Het staat geschreven bij de profeet Jesaja: ‘Let op, ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen. 3 Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!”’ 4 Dit gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn ging en de mensen opriep zich te laten dopen en tot inkeer te komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen. 5 Alle inwoners van Judea en Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, terwijl ze hun zonden beleden. 6 Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. 7 Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor hem te bukken en de riem van zijn sandalen los te maken. 8 Ik heb jullie gedoopt met water, maar hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’ 9 In die tijd kwam Jezus vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, naar de Jordaan om zich door Johannes te laten dopen. 10 Op het moment dat hij uit het water omhoogkwam, zag hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, 11 en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ 12 Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in. 13 Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem. (NBV)
Vandaag beginnen we te lezen in het Goede Nieuws verhaal zoals Marcus dat heeft opgeschreven. Dit verhaal wordt in het algemeen aangemerkt als het oudste van de vier Evangeliën. Het is duidelijk dat Matteüs en Lucas in elk geval dit Evangelie al hebben gekend toen hun Evangelie werd geschreven en dat het Evangelie van Johannes veel later werd geschreven. Wie die Marcus is weten we niet precies. Wat zijn goed nieuws verhaal inhoudt weten we des te beter. Marcus begint niet met een geboorteverhaal maar sluit aan bij een verhaal over een vroeg optreden van Jezus van Nazareth. Marcus beschrijft eerst een profeet die wel zeer populair moet zijn geweest. Er staat dat alle inwoners van Judea en Jeruzalem zich lieten dopen door Johannes. Nu waren er in die tijd allerlei profeten en messiassen die allemaal meer of minder populair waren, maar volgens de Bijbel stak die Johannes er met kop en schouders boven uit. Hij riep de mensen op om tot inkeer te komen en als teken daarvan zich te laten dopen.
Johannes greep daarbij terug op de oude Bijbelse profeten als Maleachi en Jesaja die opgeroepen hadden als volk weer te gaan leven volgens de richtlijnen die de God van Israël ooit in de woestijn aan het slavenvolk had gegeven, in “je naaste liefhebben als jezelf” kon dat worden samengevat. Johannes voedde de algemene verwachting dat er een bevrijder, Messias, zou komen die het volk Israel zou bevrijden van de bezetting door de Romeinen. Of hij kon vermoeden dat die bevrijding zo heel anders zou verlopen als in het algemeen werd verwacht vermeld de geschiedenis niet. Marcus beschrijft hoe Jezus van Nazareth een visioen krijgt dat hij wel eens die Messias zou kunnen zijn en zich terugtrekt in de Woestijn om met die gedachte in het reine te komen. Pas nadat Johannes gevangen is genomen, door koning Herodes, trad Jezus van Nazareth op. De enorme populariteit van Johannes was dus uitgelopen op zijn gevangenschap.
Maar de enorme populariteit van de boodschap van Johannes moest toch betekenen dat het Koninkrijk van God niet ver zou moeten zijn. Als immers iedereen tot inkeer komt en gaat leven volgens de Goddelijke richtlijn eerlijk te delen, volgens rechtvaardigheid en liefde, dan breekt vanzelf het Koninkrijk van God aan. Dat was het goede nieuws dat Jezus van Nazareth ging vertellen. Wij weten dat hij het Goede Nieuws ook ging leven, mensen genezend en vertellend over hoe je dat Koninkrijk kunt binnen gaan. Dat leven volgens het goede nieuws hield zelfs niet op met zijn dood, ja tegen de dood kwam de opstanding. Dat maakt dat wij er allemaal deel aan mogen hebben. We mogen ook tot inkeer komen en niet langer gaan leven voor onszelf maar voor onze naaste die ons juist nu zo hard nodig heeft. Dat is ook vandaag nog steeds het Goede Nieuws, het allerbeste nieuws voor iedereen.
‘Johannes voedde de algemene verwachting dat er een bevrijder, Messias, zou komen die het volk Israel zou bevrijden van de bezetting door de Romeinen. Of hij kon vermoeden dat die bevrijding zo heel anders zou verlopen als in het algemeen werd verwacht vermeld de geschiedenis niet’.
Maar wat denk je zelf ? Ikzelf denk dat Johannes heel goed wist dat de hij géén rebellenleider zou zijn, maar de lang verwachte Messias, de Zoon van God.
‘Marcus beschrijft hoe Jezus van Nazareth een visioen krijgt dat hij wel eens die? Messias zou kunnen zijn en zich terugtrekt in de Woestijn om met die gedachte in het reine te komen.’
Volgens mij gaat jou fantasie hier op de loop !
Je mag er toch wel vanuit gaan dat Jozef aan Jesus heef verteld, toen hij volwassen was, dat hij niet zijn vader is, maar dat de engel hem in een droom heeft verteld dat God de Heilig Geest zijn Vader is. En ook Maria zal zeker aan Jesus verteld hebben dat de engel Gabriël hem Gods Zoon heeft genoemd, en geloof maar dat Jesus toen wist dat hij de langverwachte Messias is.
We weten niet hoe de Geest van God over Maria neerdaalde toen ze zwanger werd, de aarzeling van Jozef haar tot vrouw te nemen doet vermoeden dat ze er zeker niet mee te koop hebben gelopen, en wat verwachting van kinderen betreft, het is altijd eerst zien en dan geloven.
En nog wat Bas, ook door de getuigenis van Johannes de Doper wist de Heer Jesus heel goed dat Hij de Zoon van God is en de langverwachte Messias, en het Lam Gods zou worden, die de zonden van de gehele mensheid op zich zou nemen, en daarvoor volgens de Wet van Mozes, door God aan hem gegeven, moest sterven.
29De volgende dag zag Johannes Jezus naar zich toe komen en hij zei: Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!
30Híj is het van Wie ik gezegd heb: Na mij komt een Man Die voor mij geworden is, want Hij was er eerder dan ik.
31En ik kende Hem niet, maar opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden, daarom ben ik gekomen om te dopen met het water.
En Johannes getuigde: Ik heb de Geest zien neerdalen uit de hemel als een duif, en Hij bleef op Hem.
33En ik kende Hem niet, maar Hij Die mij gezonden heeft om te dopen met water, Die had tegen mij gezegd: Op Wie u de Geest zult zien neerdalen en op Hem blijven, Die is het Die met de Heilige Geest doopt.
34En ik heb gezien en getuigd dat Híj de Zoon van God is.
Liegt JoJhannes hier? Hij kent Jezus wel degelijk; het is immers zijn neef?
Soms doen de mensen in je directe omgeving dingen die je niet van ze verwacht, Johannes maakt in eens iets mee met zijn neef dat hij met niemand had verwacht, er komt een messias verkondigt hij, maar wie dat is weet hij als God spreekt, hij liegt dus niet maar zet ons aan het denken over de mensen in onze omgeving, kunnen ze meer of anders dan wij altijd gedacht hebben?