Vrouwe Wijsheid

Spreuken 14:1-14

1 Vrouwe Wijsheid bouwt haar huis, Dwaasheid breekt het hare eigenhandig af. 2 Wie de juiste weg volgt, toont ontzag voor de HEER, wie verkeerde wegen gaat, minacht hem. 3 De woorden van een dwaas zijn een stok voor zijn hoogmoed, wat een wijze zegt, biedt veiligheid. 4 Als er geen runderen zijn, kan de voederbak leeg blijven, de kracht van ossen biedt een rijke oogst. 5 Een betrouwbare getuige spreekt de waarheid, een valse getuige strooit alleen maar leugens rond. 6 Een spotter zoekt naar wijsheid-tevergeefs, wie verstandig is, vindt zonder moeite kennis. 7 Blijf uit de buurt van een dwaas, er komt geen verstandig woord over zijn lippen. 8 Door zijn wijsheid weet de wijze welke weg hij moet gaan, dwazen bedriegen zichzelf met hun dwaasheid. 9 Wat dwazen verenigt, is hun wangedrag, oprechten waarderen elkaar. 10 Alleen je eigen hart kent je diepste verdriet, in je vreugde kan een ander niet delen. 11 Het huis van goddelozen wordt verwoest, voorspoed is er voor de woning van oprechten. 12 Een mens denkt de juiste weg te gaan, terwijl die eindigt bij de dood. 13 Zelfs al lacht het hart, het lijdt pijn, vreugde eindigt altijd in verdriet. 14 Wie afdwaalt krijgt zijn verdiende loon, een goed mens wacht een betere beloning. (NBV)

We kennen allemaal wel het verhaal over de drie eenheid, Vader, Zoon en Heilige Geest. Maar de Kerk heeft lang verzwegen dat daar nog een vierde bij hoort. Een vierde die zelfs een paar eigen Bijbelboeken heeft, Spreuken en Prediker. En nu we weer in Spreuken lezen moeten we het over haar maar eens hebben. Ja over haar, want de vierde persoon van de drie eenheid is een vrouw, Vrouwe Wijsheid. We hadden dat al kunnen weten toen we in de Vader een God hadden herkent die als een moeder zorgt voor haar kinderen en toen we de Zoon hadden ontmoet die als een moeder klaar zat aan de oever van het meer met geroosterde vis voor de volgelingen die na een nacht lang vissen eigenlijk nog niets gevangen hadden. Ook in de vertaling van het gedeelte dat we vandaag lezen heeft het vrouwelijke van wijsheid de neiging te verdwijnen. Net als de Zoon kun je ook de Wijsheid van God navolgen en verwerven.

Niet dat we daarin volmaakt kunnen worden, gelukkig niet, maar het begin van de Wijsheid is het ontzag voor de God van Israël, is dus ook het volgen van zijn, of haar, geboden, heb uw naaste lief als uzelf als de manier waarop het gebod God lief te hebben boven alles moet worden uitgevoerd. In de Heidense wereld waar Israël leefde waren vrouwelijke goden niet onbekend. Uit Sumer zijn verhalen gevonden over Nisaba, de godin van het graan en de wijsheid. Die godin bouwde huizen en steden. Daarbij moeten we niet denken aan stenen huizen en stenen steden maar aan kleine en grotere samenlevingen. We lezen ook hier in spreuken over de Wijsheid die bouwt en de dwaasheid die afbreekt. In Israël was de overtuiging gegroeid dat er maar één God kon zijn die alle machten en krachten in de wereld regeerde. Die God is de God van Israël en die God heeft dan ook de eigenschappen die de Wijsheid met zich mee brengt, bouwen en niet breken. Wij kennen in onze dagen de Dwaasheid ten top die tot gewoon doen het tegen elkaar opzetten van bevolkingsgroepen rekent.

Iedereen snapt dat gemeenschappen alleen gebouwd kunnen worden op basis van liefde en respect. Waar die verdwijnen ontstaan spanningen die uitlopen op geweld en in grotere verbanden op oorlog. Het tegen elkaar opzetten van bevolkingsgroepen is dus altijd Dwaasheid in welke vorm dat ook moge gebeuren. En de Wijsheid bouwt gemeenschappen op lezen we vandaag. Uitgangspunt voor gezinnen en samenlevingen moet dan ook de liefde voor elkaar zijn en het respect dat mensen verdienen die het goede willen doen. Met het goede het kwade bestrijden heeft Paulus ons voorgehouden en daarmee zou zelfs het hele Romeinse Keizerrijk veranderd kunnen worden. We geloven er nog steeds in dat de hele bewoonde wereld een wereld van recht en vrede zal kunnen worden onder de leiding van de God van Israël, daar waar zijn, of haar, Wijsheid erkenning krijgt. Voor die Wijsheid mogen we elke dag opnieuw op pad, door onze naasten lief te hebben als onszelf. Ook vandaag weer.

Gedraag u dus niet zoals zij

Efeziërs 5:3-20

3 Laat er bij u geen sprake zijn van ontucht of zedeloosheid, of van hebzucht-deze dingen horen niet bij heiligen. 4  Ook dubbelzinnige, oppervlakkige en platvloerse taal is ongepast-spreek liever woorden van dank. 5  Want u moet goed weten dat iemand die in ontucht leeft, zedeloos of hebzuchtig is-dat is allemaal afgoderij-geen deel kan hebben aan het koninkrijk van Christus en van God. 6  Laat u door niemand met loze woorden misleiden, want wie God ongehoorzaam is, wordt getroffen door zijn toorn. 7  Gedraag u dus niet zoals zij, 8  want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het licht. 9  Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid. 10  Onderzoek wat de wil van de Heer is. 11  Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist, 12  want wat daar in het verborgene gebeurt, is te schandelijk voor woorden. 13  Maar alles wat door het licht ontmaskerd wordt, wordt openbaar, 14  en alles wat openbaar wordt, is zelf licht. Daarom staat er: ‘Ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood, en Christus zal over u stralen.’ 15  Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. 16  Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. 17  Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil. 18  Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen 19  en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer 20  en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus. (NBV)

Als je zomaar dit gedeelte uit de brief van Paulus leest dan zul je ongemerkt wensen dat het eens waar zou kunnen zijn. Natuurlijk, oppervlakkige en platvloerse taal kan onder omstandigheden leuk lijken maar wie van andere mensen houdt weet dat het eigenlijk alleen vervelend is. Echte humor is opbouwend, kan een spiegel voorhouden en brengt de waarheid aan het licht. En over het licht gaat het ook in dit stuk. Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid zegt Paulus. En dan gaat het om wat wij tegenwoordig transparantie noemen. Doorzichtigheid. Waarom neemt men die beslissing over jou die zo onrechtvaardig aanvoelt? Waarom is de situatie van die vreemdeling geen schrijnend geval? Waarom is het ene kind van vreemde afkomst wel ingeburgerd en het andere hier geboren kind niet? Onze Raad van State heeft bijvoorbeeld over de toepassing van het criterium schrijnend vastgesteld dat dat nagemeten moet kunnen worden.

Het moet duidelijk zijn voor iedereen wanneer iets wel of iets niet schrijnend is en dat een minister of staatssecretaris niet naar willekeur of eigen smaak moet kunnen handelen maar op grond van objectieve rechtsregels moet handelen. Die transparantie, dat in het licht houden van beslissingen is dus wat Paulus hier bedoeld. Meewerken aan onrechtvaardige praktijken noemt Paulus in één adem goddeloos. Paulus roept ons ook op  klokkenluiders te zijn. Mensen die kennis hebben van onrechtvaardige praktijken en die naar buiten brengen, aan het licht brengen, ontmaskeren dus, zijn mensen die hun zogenaamde Christenplicht vervullen. In onze samenleving moeten we ook zo veel jaar na de brief van Paulus nog leren om klokkenluiders serieus te nemen en te beschermen tegen de gevolgen.

Dus als we zelf geen onrechtvaardige situaties kennen die aan het licht moeten worden gebracht kunnen we in elk geval bondgenoten worden van klokkenluiders. Als iemand iets aan het licht brengt de samenleving vragen om die persoon te belonen en in bescherming te nemen, via ingezonden brieven in kranten en druk op het parlement. Daarom is ook de onafhankelijke pers die bronnen kan beschermen zo belangrijk. Die pers is een instrument dat wij hebben om antwoord te geven op de oproep van Paulus de vruchteloze praktijken van de duisternis aan het licht te brengen. Troost moet het ons wel geven te weten dat we nog steeds in een slechte tijd leven en dat drank geen oplossing biedt. Niet in de tijd van Paulus en niet vandaag de dag. Genoeg om weer aan te kunnen werken vandaag. En zing gerust onder het werk.

Opbouwende woorden

Efeziërs 4:25–5:2

25  Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar, want wij zijn elkaars ledematen. 26  Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, 27  geef de duivel geen kans. 28  Laat wie steelt niet meer stelen, maar eerlijk de kost verdienen door zelf hard te werken om iets weg te kunnen geven aan wie het nodig heeft. 29  Laat geen vuile taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goed doen aan wie ze hoort. 30  Maak Gods heilige Geest niet bedroefd, want hij is het stempel waarmee u gemerkt bent voor de dag van de verlossing. 31  Laat alle wrok en drift en boosheid varen, alle geschreeuw en gevloek, en alle kwaadaardigheid. 32  Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft. 1 Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die hij liefheeft, 2  en ga de weg van de liefde, zoals Christus, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God. (NBV)

Was het maar zo eenvoudig, niet meer liegen, niet meer stelen, niet meer boos worden, maar goed zijn voor elkaar en vol medeleven. Paulus roept op om het voortaan anders te gaan doen, maar velen zullen zeggen dat Paulus wel erg kort door de bocht is. Let op, Paulus schrijft aan de gemeente in Efeze, nu ja aan elke gemeente van Christenen. Die zijn dus al een nieuwe weg in hun leven ingeslagen, de weg van de liefde. En dan gaat het er alleen nog om op te bouwen en niet af te breken en te veroordelen. Dan gaat het om vergeven. Niet dat vergeven van zand er over en we vergeten het maar het vergeven van samen gaan we er voor zorgen dat het niet meer kan gebeuren. Zo schreef de Protestantse Kerk in Nederland al een paar keer brieven aan de regering over onze broeders en zusters die naar ons land zijn gevlucht. In plaats van hen te straffen, in de gevangenis te stoppen of de straat op te sturen zou je ze beter aan een goede toekomst kunnen helpen, misschien niet in Nederland, maar als je ze helpt scheelt het hen en ons een heleboel ellende. Zo is Kerk-in-actie, de sociale organisatie van de PKN, alvast begonnen de kerkleden op te roepen groene stroom te gaan gebruiken. Want het opmaken van fossiele brandstoffen zonder voor vervanging te zorgen zal de kloof tussen arm en rijk alleen maar vergroten, wij helpen nu al de armen in de wereld door ons eigen leven en onze eigen energieconsumptie ander in te richten.

Maar er is meer nodig. Economische rechtvaardigheid ook op internationaal niveau om maar eens wat te noemen. Er is nu eenmaal een verband tussen onze rijkdom en overconsumptie en de armoede en het lijden in de zuidelijke landen. Europese exportsubsidies en importtarieven moeten daarom zo snel mogelijk worden afgeschaft. Mensen die de grondstoffen produceren waar wij van genieten verdienen een even goed loon als wij krijgen. Om het milieu te sparen zijn ook maatregelen nodig die de rijken treffen, Opbouwende woorden zijn het, in de geest van Paulus en de Messiaanse beweging waar hij mensen warm voor liet lopen. Oproepen tot vrede en gerechtigheid, overal in de wereld. In die beweging mogen we meedoen, omdat we vinden dat iedereen aan die beweging zou moeten kunnen meedoen. Samen bouwen we een nieuwe samenleving op omdat we vinden dat iedereen daaraan mee zou moeten kunnen doen. Een samenleving moet een plek zijn waar mensen samen moeten kunnen leven. En samen leven vraagt wat van mensen.

Dan ben je betrokken op elkaar. Dan zijn vermaningen geen uitingen van boosheid maar pogingen om vrede te bewaren. In onze dagen wantrouwen we het als mensen op elkaar betrokken raken. De ander heeft toch niks met mij te maken? De ander hoeft mij toch niet de weg te wijzen en zich te bemoeien met mijn beslissingen? In de hulpverlening is daardoor de term bemoeizorg ontstaan. Als iemand dreigt te vereenzamen, te verwaarlozen, te vervreemden van het leven, dan zullen er mensen moeten zijn die dat opmerken en daar wat aan doen. Hulpverleners inschakelen, de overheid attenderen of de ander aanspreken en duidelijk maken dat er grenzen zijn in het afsluiten van elkaar. Dat is geen bemoeien om normen en waarden op te leggen, om gedrag voor te schrijven, maar het een bemoeien om mensen weer de vrijheid te geven zichzelf te zijn ook in contacten met anderen. Paulus ziet een samenleving als een lichaam, daar is een hoofd dat denkt, een mond die voet en handen en voeten om voor het lichaam te zorgen. Zo mogen wij met onze naaste omgaan, elke dag opnieuw.

De weg van de heidenen

Efeziërs 4:17-24

17 Op gezag van de Heer zeg ik u dus met klem: ga niet langer de weg van de heidenen met hun loze denkbeelden. 18  In hun geest heerst duisternis en ze zijn vervreemd van het leven met God, omdat ze hem niet kennen en hun hart voor hem gesloten hebben. 19  Afgestompt als ze zijn, geven ze zich over aan losbandigheid en storten ze zich in allerlei zedeloze praktijken. 20  Maar zo hebt u Christus niet leren kennen! 21  U hebt toch over hem gehoord, u hebt toch onderricht over hem gekregen? Door Jezus wordt duidelijk 22  dat u uw vroegere levenswandel moet opgeven en de oude mens, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten, moet afleggen, 23  dat uw geest en uw denken voortdurend vernieuwd moeten worden 24  en dat u de nieuwe mens moet aantrekken, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid. (NBV)

Die keurige Paulus is natuurlijk wel erg saai. Zo te keer te gaan tegen losbandigheid. De boog kan toch niet altijd gespannen blijven? En dat nieuwe Koninkrijk van Jezus van Nazareth waar hij zo bevlogen over kan schrijven was toch een koninkrijk van louter vreugde en niet van bekrompenheid? Maar waar heeft Paulus het hier over. Over de losbandigheid van de wereld. We kennen dat toch. Daar zijn andere mensen net voorwerpen. Die neem je in je hand en die gebruik je zoals het jou goed dunkt. Of het nu een auto, een fiets, een glas bier of een partner is. Zelfs kinderen en dieren worden op die manier gebruikt. In de tijd van Paulus was dat niet anders dan in onze tijd. Natuurlijk, het is altijd een minderheid die zich overgeeft aan de uitwassen van een losbandige samenleving. Maar ook de meerderheid is niet actief bezig met het tegendeel van die losbandigheid. Dat is aan de leiband lopen van de absolute onvoorwaardelijke liefde.

In die nieuwe samenleving kan geen ander mens een object, een voorwerp van plezier, zijn. Daar is een ander mens om van te houden als van jezelf. Daar is het hoogste plezier die ander het hoogste plezier te bezorgen. Dan hoeft de boog inderdaad niet altijd gespannen te blijven. Dan gaat het er niet om wat er allemaal wel niet mag en hoe je de grenzen daarvan opzoekt maar dan gaat het er om wat je samen allemaal wel niet aan goeds kunt bereiken en beleven hoe je het goede vermeerderd en nog eens vermeerderd tot er niets dan goeds overblijft. Daar is dus niets saai aan. Dat is een avontuur waar je elk moment mee kunt beginnen maar waar je de loop en de afloop nooit van kunt voorspellen.

Het is dan ook een avontuur waarvoor je jezelf voortdurend zult moeten vernieuwen, voortdurend weer opnieuw in dienst moeten stellen van de liefde voor de ander. Ook als het lijkt of je zelf er niks voor terug krijgt. Natuurlijk kan dat alleen als je werkelijk gelooft dat plezier, dat het goede, ook voor jou is weggelegd. Je kunt immers alleen veel van een ander houden als je ook veel van jezelf houdt. De ander heeft pas veel waarde als je je zelf ook veel waarde weet toe te dichten. Maar het verlost je niet van problemen, de ander heeft die ook, iedereen kan een geliefde verliezen, iedereen kan werk verliezen. In zijn grote lied over de Liefde zingt Paulus dat de liefde zichzelf niet zoekt. Het gaat altijd om de ander die het nog minder heeft dan jij. Paulus stelt de losbandigheid gelijk aan de liefdeloosheid. De Liefde immers is het cement dat mensen samenbindt. Met die Liefde kun je en moet je zelf beginnen, vandaag en elke dag opnieuw.

 

Uit liefde

Efeziërs 4:1-16

1  Ik, die gevangen zit omwille van de Heer, vraag u dan ook dringend de weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen: 2 wees steeds bescheiden, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. 3  Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: 4  één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, 5  één Heer, één geloof, één doop, 6  één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is. 7  Aan ieder van ons is genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft. 8  Daarom staat er: ‘Toen hij opsteeg naar omhoog, voerde hij gevangenen mee en schonk hij gaven aan de mensen.’ 9  ‘Hij steeg op’ wat betekent dat anders dan dat hij ook is afgedaald naar wat lager ligt, naar de aarde? 10  Hij die is afgedaald is dezelfde als hij die opsteeg, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen. 11  En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, 12  om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, 13  totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. 14  Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen. 15  Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar hem die het hoofd is: Christus. 16  Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde. (NBV)

In de Grieks-Romeinse wereld, waar Paulus rondreisde, gingen de meest fantastische theorieën rond over de aard van de geestelijke en materiële wereld. Te veel theorieën vaak om te weerleggen en te weerspreken. Ook in de Joodse wereld waar Paulus toe behoorde waren sporen van die speculaties terug te vinden. Ook in onze dagen horen we over persoonlijke verhoudingen tot Jezus, over kosmisch evenwicht, over energiebanen en innerlijke evenwichtspunten en momenten van persoonlijke groei. Paulus schuift al die mooie begrippen hier met een ferme beweging aan de kant. Het gaat om de Liefde, en in de Liefde vormen we een hechte gemeenschap die die Liefde ook uitstraalt naar de samenleving. Dat is de reden dat kerkelijke vrijwilligers vele jaren hun werk voor de voedselbanken, de asielzoekers, de uitkeringsgerechtigden, de gevangenen, de zieken en invaliden en de derde wereld volhouden. Onophoudelijk leven ze in de Liefde zoals ze die van Jezus van Nazareth hebben geleerd.

Die Protestantse vrijwilligers vormen in hun, vaak kleine, kerkelijke gemeenschappen hechte groepen en horen er zondag in zondag uit over spreken en zingen. Stap gerust eens zo’n Protestantse Kerk binnen en vraag wat ze doen voor de armen en verdrukten in eigen stad, land en in de wereld. Je zult verstelt staan. De collecte voor de diaconie is daarin alleen een liturgische, dus symbolische, handeling om aan te geven waar het op aan komt. Paulus beschrijft die gemeenschap als een lichaam. Wij zeggen dan graag dat we handen en voeten willen geven aan die prachtige woorden. Het moet immers niet bij woorden alleen blijven maar vooral blijken uit de daden, uit de vruchten die het voortbrengt. Een kerkelijke gemeente waar het alleen gaat om een persoonlijke band met Christus of met God, waar dan ook vaak en lang en hardop in het openbaar wordt gebeden, belijdt niet de Messias waar Paulus aan de gemeente in Efeze over heeft geschreven.

Paulus schrijft over een gemeente waarin ieder naar vermogen, en dan niet alleen geldelijk vermogen, een plaats heeft en waar de Liefde het samenbindend element vormt. Juist in die gemeenschap krijgt de Bevrijder gestalte en wordt de bevrijding mogelijk. Zoals het volk Israel ooit in de woestijn ontdekte dat je alleen kunt overleven als je werkelijk alles voor elkaar over hebt, zo kent de Christelijke gemeente de gemeenschap met elkaar door de Liefde. In de loop van de geschiedenis is dat geloof in het bouwen van een nieuwe samenleving, een nieuw soort samenleving ook, verworden tot een voor wat hoort wat geloof. Als ik nu goed doe dan wordt er voor mij ook goed gedaan. Ik krijg leven na de dood, ik krijg gezondheid of maatschappelijke voorspoed. Maar dat is niet de bedoeling. Het geloof in de komst van die nieuwe samenleving door Jezus, door de God van Israël is genoeg. Dat geloof zet je in beweging, niet om er zelf beter van te worden maar om de Naam van God groot te maken. Het is geweldig die samenleving die alle mensen te wachten staat. Daarvoor ga je door het vuur. En iedereen mag daarin meedoen, zonder inburgeringscursus of toelatingsexamen.

 

Open voor hem uw hart

Psalm 62

1 Voor de koorleider. Op de wijs van Jedutun. Een psalm van David. 2 Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust, van hem komt mijn redding. 3 Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, nooit zal ik wankelen. 4 Hoe lang nog vallen jullie aan op één man en bedreigen jullie hem met de dood? Hij is als een muur die omvalt, als een wal die op instorten staat. 5 Zij willen hem van zijn hoogte storten, de leugen is hun lust en hun leven, een zegenwens ligt op hun lippen, maar in hun hart verbergt zich een vloek. sela 6 Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen, van hem blijf ik alles verwachten. 7 Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, ik zal niet wankelen. 8 Bij God is mijn redding en eer, mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. 9 Vertrouw op hem, mijn volk, te allen tijde, open voor hem uw hart, God is onze schuilplaats. sela 10 Niets dan lucht zijn de kinderen van Adam, niets dan een leugen de mensenkinderen, in de weegschaal gaan zij omhoog, samen zijn zij lichter dan lucht. 11 Vertrouw niet op geweld, op iets vluchtigs als geroofd bezit, ook al groeien geld en goed, houd je hart ervan vrij. 12 Eenmaal heeft God gesproken, tweemaal heb ik het gehoord: ‘De macht is aan God.’13 Bij u, Heer, is ontferming, u beloont ieder mens naar zijn daden. (NBV)

Vandaag zingen we Psalm 62. En die psalm moet je samen zingen. Dat staat er tenminste boven. Wij zien dat niet direct maar dat komt omdat we verder nooit van die Jedutun hebben gehoord. Dat was een Leviet, één van de vele dienaars in de Tempel en in Israel. Want de Levieten woonden door heel Israel verspreid. Ze hadden geen land en leefden van de offergaven van de Israëlieten. Een offer in Israel was immers een maaltijd voor je familie, je slaven en dienstknechten, de vreemdelingen in je midden en voor de Levieten en Priesters. Ze spraken vaak recht, legden de Wet van Liefde uit en vervulden allerlei taken in de Heilige Tent en later bij de Tempel in Jeruzalem. Eén van de taken was het zingen van de Psalmen. Dat kun je soms alleen doen, of met het volk, of met een koor. Jedutun was ooit waarschijnlijk een componist die een drietal psalmen op muziek heeft gezet.

Zijn nakomelingen, het geslacht van Jedutun, werden beroemde koorzangers. En als je wil leren om samen te zingen, echt samen, dan moet je lid worden van een koor. Toen de kerken leegliepen was er even de angst dat de koren zouden verdwijnen maar niets is minder waar. Popkoren, smartlappenkoren, klassieke koren, ouderen koren, jongerenkoren, gospelkoren, kinderkoren, Nederland heeft nog steeds een rijke koorcultuur. En daar past deze psalm wonderwel in. Mensen willen er maar op los slaan zegt de Psalm, maar het koor zingt dat je rust moet zoeken en bij God alleen moet zijn, alleen de Liefde kan dus wat betekenen, de Liefde is als een rots, een burcht waardoor je overeind blijft. Er maar op los slaan is maar niks, lucht en leegte, een leugen is het dat geweld zou kunnen helpen. Ook bezit van geld en goed, laat ze je niet beheersen zingt de Psalm, de macht is aan God, niet geld en goed maar Liefde bestuurt de aarde als het goed is.

En als je nu toch de fout bent ingegaan? Als je niet bereid bent geweest om te delen en de arme aan de kant van de weg hebt laten liggen? Als je toch mee bent gaan werken aan geweld, ook aan economisch geweld? Dan mag je van deze God van Liefde altijd omkeren, elk moment opnieuw beginnen. Dat is het wonder van het geloof in de God van Liefde. Altijd opnieuw kun je je bewust maken van je fouten, van de verkeerde weg die je bent ingeslagen, en altijd opnieuw mag je opnieuw beginnen. De Psalm noemt dat ontferming en als je het goede wilt en niets dan het goede dan zul je uiteindelijk beoordeelt worden naar het goede dat je gedaan hebt. Van de doden niets dan goeds, maar ook van de levenden als ze zich mengen in het koor dat het lied van Liefde en rechtvaardigheid zingt, dag en nacht.

Een hongerige maag

Spreuken 13:10-25

10 Betweters maken ruzie, wie goede raad ter harte neemt, is wijs. 11 In de schoot geworpen rijkdom is weer snel verdwenen, gestage groei maakt rijk. 12 Almaar onvervulde hoop maakt ziek, vervuld verlangen is een levensboom. 13 Wie een gebod veracht, zal daarvoor de prijs betalen, wie het in acht neemt, wordt beloond. 14 De lessen van de wijze zijn een bron van leven, ze laten je ontkomen aan de strikken van de dood. 15 Inzicht maakt een mens geliefd, trouweloosheid brengt hem op een kronkelig pad. 16 Een verstandig mens handelt met overleg, een dwaas spreidt onverstand tentoon. 17 Een onbetrouwbare bode brengt onheil teweeg, een betrouwbare boodschapper redt. 18 Wie zich niet laat terechtwijzen, wachten armoede en schande, wie berispingen aanvaardt, wordt geëerd. 19 Vervuld verlangen is een groot genot, een dwaas gruwt als hij zich niet inlaat met het kwaad. 20 Wie met wijzen omgaat, wordt zelf wijs, wie met dwazen verkeert, is er ellendig aan toe. 21 Zondaars treft ellende, rechtvaardigen wacht een beloning. 22 Een goed mens laat ook een kleinkind een erfdeel na, een zondaar vergaart bezit voor een rechtvaardige. 23 Het pas ontgonnen land schenkt arme mensen overvloed, onrecht rukt het van hen weg. 24 Wie zijn zoon de stok onthoudt, haat hem, wie hem liefheeft, tuchtigt hem. 25 Wanneer een rechtvaardige eet, wordt hij verzadigd, een goddeloze houdt een hongerige maag.(NBV)

Vandaag een stukje uit het boek Spreuken waarvan één vers een aantal jaren geleden nog de nodige stof deed opwaaien. Er zijn mensen die elke zin uit de Bijbel letterlijk willen toepassen, zelfs buiten het verhaal waarin die zin ons wordt verteld. Dat gold ook voor de zin uit het gedeelte van vandaag waar over een stok en tuchtiging wordt gesproken. Oppervlakkig gelezen staat daar immers dat je je zoon met een stok moet slaan. Nu dat staat er niet. Je moet je zoon wel bij de les houden, wie wil zijn kinderen niet tot nuttige burgers opvoeden, maar die stok kan dan ook de aanwijsstok zijn waarmee je je zoon attent maakt op belangrijke voorwerpen in je omgeving. Bedenk ook dat de rollen waarop de Bijbel in het Hebreeuws geschreven staat gelezen worden met een stok waaraan een handje zit, een jad. Je zult je zoon een dergelijke stok moeten gunnen, want juist uit de Bijbel kan een kind leren hoe zich als een volwassene te gedragen.

Denk nu niet dat een dergelijke uitleg van een Bijbeltekst een welkom goedpraten van een verderfelijke praktijk is. De Rabbijnen stellen dat elke Bijbeltekst op 70 verschillende manier kan worden uitgelegd en dat elk van die manieren de juiste is. Het gaat in het gedeelte dat we vandaag uit het boek Spreuken lezen om het inzicht. Eerst nadenken, dan doen. Eerst luisteren, dan spreken. Het gaat in het leven niet alleen om hebben en houden, zeker niet om meer en nog meer, maar om liefhebben en houden van. Dat gaat niet vanzelf. Daar is studie voor nodig. Daar zijn gesprekken voor nodig. Samen met anderen zul je keuzes moeten formuleren en het voor en tegen afwegen. Nog beter is het de verschillende keuzemogelijkheden te bezien in het licht van de Wet van de liefde, komen er mensen door te kort of maakt het de armen sterker, bevrijdt het mensen van armoede en onderdrukking,

Wie de Bijbel letterlijk wil nemen, van kaft tot kaft, ontkomt er niet aan op zoek te gaan naar het hart van de Bijbel. Volgens Psalm 119 is dat hart van de Bijbel te vinden in de richtlijnen die zich laten samenvatten als heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. Die geboden, die richtlijnen voor de menselijke samenleving, worden daar bezongen als een licht op je pad. Het is ook een leeslamp een lamp die je over elke Bijbeltekst kan laten schijnen. Zeker als het gaat om het boek Spreuken. In dat boek gaat het om de Wijsheid en het begin van de Wijsheid is het volgen van God door het betrachten van gerechtigheid. Al het andere is uitwerking van die geboden. En je zoon slaan met een stok kan onder geen omstandigheid betekenen dat je je zoon iets leert van de Liefde van God zoals die door de ene mens aan de andere getoond kan worden. Dat kan wel als je je zoon leert om van tijd tot tijd de Bijbel te lezen, om zich te bekwamen in de Wijsheid. Dat laatste mogen we dag in dag uit ook zelf weer doen, elke dag opnieuw, ook vandaag.

Lessen van zijn vader

Spreuken 13:1-9

1 Een wijze zoon luistert naar de lessen van zijn vader, een spotter sluit zijn oren voor berispingen. 2 Wie iets goeds zegt, voedt zich met zijn woorden, wie onbetrouwbaar is, hongert naar geweld. 3 Wie zijn mond op slot houdt, waakt over zichzelf, wie zijn lippen hun gang laat gaan, stort zichzelf in het verderf. 4 De verlangens van een luiaard worden niet vervuld, een vlijtig mens wordt rijkelijk gelaafd. 5 Een rechtvaardige verafschuwt leugens, door zijn schandelijke praatjes staat een goddeloze in een kwade reuk. 6 Rechtvaardigheid waakt over wie de juiste weg gaat, goddeloosheid laat de zondaar dwalen. 7 De een doet zich rijk voor terwijl hij niets bezit, de ander doet of hij arm is terwijl hij een vermogen heeft. 8 De rijkdom van een mens is het losgeld voor zijn leven, ben je arm, dan word je niet bedreigd. 9 Het licht van een rechtvaardige brengt vreugde, de lamp van goddelozen wordt gedoofd. (NBV)

Je kunt het boek Spreuken ook lezen als een leerboek. Hier worden de piketpaaltjes geslagen die je in staat stellen van je leven een Tempel voor de God van Israël te maken. De woorden uit de Spreuken zetten je in beweging, al lijkt het soms of je wordt aangeraden maar niet te bewegen. Zo gaat het deel dat we vandaag lezen in de eerste plaats over wat bij ons het spreekwoord “Spreken is zilver en zwijgen is goud” probeert uit te drukken. Waar in het eerste vers in de Nieuwe Bijbelvertaling “spotter” staat zou het Hebreeuws ook vertaald kunnen worden met iets als “zwetser”. lege praat wordt er verkondigd waar niemand iets aan heeft en dat een mens maar op het verkeerde been zet. Het gaat hier overigens niet zozeer over de opvoeding binnen een gezin maar om de opvoeding door de Hemelse Vader, het volgen van de richtlijnen die zich laten samenvatten in het heb je naaste lief als jezelf.

Je moet dan ook leren dat ijver beter is dan lui zijn. Nu wordt ijver in onze cultuur direct uitgelegd als hard werken. In de afgelopen eeuwen heeft onze samenleving geprofiteerd van het idee dat sober leven en hard werken de mens vooruit zou kunnen brengen. Het is een wat al te gemakkelijk lezen van de Bijbel. De ijver waarover in het boek Spreuken wordt geschreven is namelijk niet hard werken in economische zin maar hard werken om het Koninkrijk van God dichterbij te brengen. Hard werken aan gerechtigheid dus, de rechtvaardige wordt herhaaldelijk tot voorbeeld gesteld. Hard werken aan het voeden van de hongerige, hard werken aan het troosten van de bedroefde, aan het laven van de dorstige. En wie hongert en dorst naar gerechtigheid zal zelf gelaafd worden zegt dit deel uit het boek Spreuken.

Het gaat dan ook niet om schijnvroomheid. Dat hard werken in economische zin wordt in de Bijbel immers ook het najagen van wind genoemd, lucht en leegte levert het op. Het gaat er hier om recht en gerechtigheid te brengen en dat gaat niet vanzelf. Het boek Spreuken benadrukt dat mensen het niet zomaar uit zichzelf weten. Eigenbelang is immers het meest natuurlijke doel om na te streven? En eigenbelang is nu eenmaal niet rechtvaardig want dat gaat altijd ten koste van de ander, ten koste van de zwakkere. In onze dagen zien we dat in de inkomensverschillen. De rijken kennen zichzelf grote salarisverhogingen en bonussen toe terwijl ze van hun werknemers en van zieken, gehandicapten en gepensioneerden vragen om met steeds minder genoegen te nemen, ook minder gemeenschappelijke voorzieningen. Wie een eigen zwembad bij het huis heeft kan gemakkelijk pleiten voor de sluiting van het gemeentelijke zwembad. We zullen dus moeten leren dat delen pas echt rijker maakt en ons voortdurend door de richtlijnen van de Bijbel moeten laten leiden. Elke dag mag dat weer opnieuw, ook vandaag.

 

Dit is het uur

Psalm 102:13-29

13 Maar u, HEER, troont voor eeuwig, uw roem zal duren, geslacht na geslacht. 14 U zult opstaan en u over Sion ontfermen,
de tijd van genade is gekomen, dit is het uur, 15 want uw dienaren hebben de stenen van Sion lief, de ruïnes vervullen hen met deernis. 16 Alle volken zullen de naam van de HEER vrezen, alle koningen van de aarde zijn majesteit eren 17 als de HEER Sion heeft opgebouwd en hij in majesteit is verschenen, 18 als hij zich neigt tot het gebed van de ontheemden en zich van hun bidden niet afkeert. 19 Laat dit voor het nageslacht worden opgeschreven, dan zal een herboren volk de HEER loven 20 als de HEER heeft neergezien van zijn heilige hoogte, zich vanuit de hemel naar de aarde heeft neergebogen 21 om het zuchten van gevangenen te horen, om vrij te laten wie de dood nabij zijn. 22 Dan wordt in Sion de naam van de HEER geprezen, zijn lof gezongen in Jeruzalem 23 als volken en koninkrijken bijeenkomen om de HEER te aanbidden. 24 Hij heeft halverwege mijn kracht gebroken, hij heeft mijn levensdagen verkort. 25 Ik smeek: Mijn God, neem mij niet midden in het leven weg, uw jaren duren van geslacht op geslacht. 26 Vóór alle tijden hebt u de aarde gegrondvest, de hemel is het werk van uw handen. 27 Zij zullen vergaan, maar u houdt stand, zij zullen als kleren verslijten, u verwisselt ze als een gewaad en zij verdwijnen, 28 maar u blijft dezelfde, uw jaren nemen geen einde. 29 De kinderen van uw dienaren zullen veilig wonen,
ook op hun nageslacht rust uw oog.(NBV)

De Psalm waarin we gisteren zijn gaan lezen heeft een gevaarlijk vervolg. We lazen gisteren dat deze Psalm een klaagpsalm is van een individuele gelovige. Er is iemand die in grote nood is komen te verkeren en zich tot God wendt met een vraag om hulp en bijstand. Wij kunnen dat ook in onze dagen goed voorstellen. Mensen worden ziek, niet voor elke ziekte is er een genezing mogelijk, mensen krijgen ongevallen en gaan dood, relaties worden verbroken, ruzies kunnen uitbreken in de beste families, je kunt werk verliezen, invalide worden en noem maar op. Er is veel rampspoed en ellende die je ongevraagd en onverwacht kan overkomen en je mag God op je blote knieën danken als dat jou tot nu toe bespaard is gebleven. Maar als het je overkomt hoedt je dan voor de goedkope clichés  achter de wolken schijnt de zon, na regen komt zonneschijn, iedere wolk heeft een zilveren rand. Ook godsdienst kan dan zo’n goedkoop cliché worden. Geef je hart  maar aan de Here Jezus en alles zal goed komen. Laat God toe in je hart en je problemen gaan voorbij. De mensen die je dat soort clichés toeroepen maken zich er maar gemakkelijk mee af. Ze doen niks voor je, ze laten het over aan onzichtbare machten om je te troosten en te steunen.

Verdriet mag. Onmacht is menselijk. Het leven is niet altijd eerlijk. Ook het tweede gedeelte van de Psalm die we in deze dagen lezen geeft je geen garantie op geluk en genezing. Het enige dat de dichter van deze Psalm doet is om zich heen kijken. Die God tot wie hij zich heeft gewend was een steun als je door een donker dal gaat, dat donkere dal verdwijnt niet maar je eigen onmacht wordt er een beetje minder van. Genade is dus kracht die je krijgt om het leed te dragen. De dichter ziet de tegenstelling tussen de menselijke zwakheid en de Goddelijke grootheid. Als je een geliefde hebt verloren mag je dus zeer erg verdrietig zijn, God is dat ook, die roept alle mensen op om te troosten, echt te troosten, om te zorgen voor mensen die een geliefde heeft verloren, om hen te steunen en kracht te geven. “Dit is het uur” vertaalt de Nieuwe Bijbelvertaling en vroeger stond er dan “dit is het  bepaalde/bestemde uur” Er hoort dus wat voor. De Naardense Bijbel vertaalt die vreemde Hebreeuwse term als “samenkomstuur”. Dat klinkt als mensen die bij de bedroefden en onderdrukten zijn. Dat klinkt als een samenkomst met God. En mensen die er voor jou zijn, met jou mee gaan, zijn een troost, net als het gevoel dat er een God is die je vasthoudt een troost kan zijn.

Iedereen weet dat na verloop van tijd alle onheil wel een keer minder wordt of soms zelfs overgaat. De tijd heelt alle wonden is het cliché dat er bij hoort. Maar die wonden kunnen lelijke littekens achterlaten. Littekens die je leven verder zullen bepalen, die handelen hinderen, die je voorzichtiger en angstiger maken in het contact met anderen. Ouders die een kind verliezen blijven soms hun hele leven huilen ergens in een hoekje van hun hart, je ziet er niks meer van maar het verdriet zit er altijd en gaat nooit meer over. De Psalmdichter heeft er weet van. Ooit was er Jeruzalem met de Tempel van de God van Israël. Daar stond niet een beeld van die God waarvoor je moest buigen. Die God trekt met je mee wie je ook bent en hoe je pad in het leven ook gaat. Maar daar werd de richtlijn bewaard waarmee iedereen op de wereld een echte samenleving in kan richten, heb je naaste lief als jezelf. Als je de warmte weet te ervaren die er van die richtlijn uit gaat weet je ook dat het niet anders kan dat ooit alle volken op de wereld hun samenleving volgens die richtlijn gaan inrichten. Dan is gedeelde smart werkelijk halve smart, breekt eindelijk de vrede aan en zullen alle tranen langzaam opdrogen. We kunnen er elke dag alvast mee beginnen, de bedroefden troosten, de hongerigen voeden, vrede stichten, ook vandaag al.

Gebed van een ongelukkige

Psalm 102:1-12

1 Gebed van een ongelukkige die dreigt te bezwijken en zijn klacht uitstort voor de HEER. 2 HEER, hoor mijn gebed, laat mijn hulpkreet u bereiken. 3 Verberg uw gelaat niet voor mij, nu ik in nood verkeer. Wil naar mij luisteren, antwoord mij haastig nu ik roep. 4 Mijn dagen vervliegen als rook, mijn gebeente gloeit als vuur. 5 Mijn hart is verschroeid en verdord als gras, ik vergeet mijn brood te eten. 6 Ik ben door mijn klagen tot op het bot vermagerd. 7 Ik ben als een uil in de woestijn, een steenuil in een verlaten bouwval, 8 slaap ken ik niet, ik ben eenzaam als een vogel op het dak. 9 Mijn vijanden honen mij weg, heel de dag word ik bespot en verwenst. 10 As is het brood dat ik eet, het water dat ik drink vermeng ik met tranen, 10 want uw toorn is tegen mij ontbrand, u tilde mij op en smeet mij neer. 12 Mijn dagen gaan heen als een schaduw, ik moet verdorren als gras.(NBV)

Vandaag zingen we met de kerk een klacht van een verdrukte mee. Een noodkreet als gebed tot de Allerhoogste. Deze psalm is een van de zeven zogenaamde boetepsalmen die gezongen worden op de hoogtijdagen van het volk Israel, voor je kunt feesten moet je eerst boete weten te doen. En feest is het want het Joods Loofhuttenfeest wordt rond deze tijd gevierd. Ongelukkigen die dreigen te bezwijken zijn er nog genoeg. Hun familie en hun landgenoten drongen onlangs nog het kamergebouw binnen om hun ellende te laten horen over hun volk dat wordt afgeslacht in Syrië door mensen die alleen op deze wereld willen leven met hen die op precies dezelfde manier hun geloof onder woorden brengen. Alle anderen worden beschimpt en belasterd en uiteindelijk vermoord. Dat het beschimpen en belasteren van mensen die anders geloven zelfs in ons parlement voorkomt moet ons niet weerhouden het gekerm van de onschuldigen tot ons door te laten dringen.

Ze hebben geen ander dan God om hun noodkreten heen te richten en God heeft zijn kinderen op aarde om te laten zien wat voor God dat eigenlijk is. Maar deze psalm is een gebed van een individu, niet een psalm die door een koor wordt gezongen als vertegenwoordiger van een volk dat onder verdrukking lijdt. Dat ook het persoonlijke politiek kan zijn staat buiten discussie. Zeker in onze dagen kan elk christenmens rustig zingen dat de vijanden de mens weg honen, dat ze heel de dag bespot en verwenst worden. Want wie heeft nu de vijanden lief? Wie wil vrede tot elke prijs? Wie wil buurten en wijken zo ingericht zien dat mensen voor elkaar zorgen en dat vreemdelingen op dezelfde manier behandeld worden als zijzelf? Als het goed is zijn het in elk geval de Christenen die dat willen. In de Joodse traditie wordt deze Psalm gezongen op de vastendagen. De belangrijkste daarvan is Jom Kippoer, de grote verzoendag, als de gelovige beleid dat zonder de God van Israël alleen de dood op de mens wacht en dat verzoening met God de enige kans op leven geeft.

Die verzoening is weer gerechtigheid doen, de mensen tot hun recht laten komen, weer de naaste lief hebben als  jezelf, weer de Tora uitvoeren, de samenleving inrichten zoals de Tora dat gevraagd heeft. Op zulke dagen past het niet de schuld bij een ander te leggen, dat past natuurlijk nooit want over een ander oordelen is op zich al een fout. Op zulke dagen past het nog eens extra nauwkeurig naar je eigen handelen te kijken. Wat is jouw aandeel in het lijden dat je overal om je heen ziet. Hoe komt het dat de aarde voor zoveel mensen op de wereld een onleefbaar oord is, een oord van chaos, onderdrukking en geweld. Soms moet je tot het oordeel komen dat het oordelen dat je doet over anderen die anderen uitlokt dan maar geweld te gaan gebruiken tegen jou en de groep waartoe je behoort, wie haat zaait zal haat oogsten. Soms zul je je pogingen te komen tot een wereld van eerlijk delen, van vrede en vrijheid, moeten verdubbelen en soms moet je het gewoon maar aan God overlaten. Bij die God kun je gerust komen klagen, dat helpt je soms ook.