2 Kronieken 3:10-17
10 Voor het allerheiligste liet Salomo twee cherubs maken, die hij liet vergulden. 11 Hun vleugels hadden een gezamenlijke lengte van twintig el. Elke cherub had twee vleugels van elk vijf el lang, waarvan één vleugel de wand raakte en de andere de vleugel van de andere cherub. 12 13 Samen hadden hun vleugels dus een spanwijdte van twintig el. Ze stonden rechtop, met hun gezicht naar de grote zaal. 14 Verder liet hij een voorhangsel maken van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en fijn wit linnen, versierd met cherubs. 15 Salomo liet twee zuilen maken van vijfendertig el hoog, met kapitelen erop van nog eens vijf el, die voor de grote zaal kwamen te staan. 16 Hij liet ketens smeden voor de achterzaal en voor de kapitelen op de zuilen. Aan de ketens om de kapitelen liet hij honderd gesmede granaatappels hangen. 17 De zuilen werden aan weerszijden van de ingang van de grote zaal geplaatst. De rechterzuil noemde hij Jachin, de linker Boaz. (NBV21)
Geleerden nemen aan dat de boeken van de Kronieken werden geschreven toen de Tempel na de ballingschap al waren herbouwd. De hele dienst aan de God van Israël moest opnieuw worden opgezet. Hele bijbelboeken werden daarvoor aan het volk voorgelezen maar wat doe je nu wel een niet met een zo bijzondere Tempel, een tempel zonder beeld van de God maar met als centrum een kist met stenen platen waar de regels voor een menselijke samenleving staan. De Tempel was als gebouw niet bestemd voor het gewone volk. Daarvoor waren de richtlijnen te belangrijk. Daar moest je niet mee sjoemelen, compromissen waren niet welkom.
Daarom stonden voor het Tempelgebouw twee grote zuilen, uit brons en koper gegoten. Ze hadden zelfs namen, de naam Jachin heeft te maken met iets als bevestigen en de naam Boaz met iets als “in hem is de kracht”. Voor sommigen is het opvallend dat in het boek Kronieken minder aandacht voor de zuilen is dan in het boek Koningen het geval was. Nu legde het boek Koningen de nadruk op de afvalligheid van het volk en legt Kronieken de nadruk op de toekomst. De schrijver van Kronieken legt er de nadruk op dat de grondstoffen voor de zuilen al door David zelf waren verzorgd. We kennen de twee zuilen ook uit andere boeken in de Bijbel.
Maar één keer worden ze van een naam voorzien en wel in het boek Koningen. Volgens Ezechiël waren ze bij het begin van de ballingschap naar Babel gebracht als buit, samen met het Tempelzilver. Ze leken ook nog al op beelden die bij de ingang van Kanaänitische Tempels stonden. Of je Heidense symbolen moet gebruiken voor de Godsdienst van Israël is dus een vraag die hier wordt gesteld. Waar de twee zuilen precies hebben gestaan valt niet meer vast te stellen. Duidelijk is dat je voor je in de Tempel voor de God van Israël eerst door een ingang moet die ook Heidense elementen heeft. We schudden de wereld niet af als we als gemeente samenkomen maar leren hoe we ons laten leiden door de Richtlijnen van die God. Elke dag weer.