Het zijn Joden

Handelingen 16:16-24
16 Een andere keer, toen we weer op weg waren naar de gebedsplaats, kwamen we een jonge slavin tegen die bezeten was door een geest en zo de toekomst kon voorspellen. Met haar waarzeggerij verdiende ze veel geld voor haar eigenaars. 17 Terwijl ze achter Paulus en ons aanliep, schreeuwde ze aan één stuk door: ‘Deze mensen zijn dienaren van de allerhoogste God en verkondigen u hoe u gered kunt worden!’ 18  Dat ging verscheidene dagen zo door. Toen Paulus er genoeg van kreeg, sprak hij de geest als volgt toe: ‘Ik beveel je in de naam van Jezus Christus: verlaat haar!’ En op datzelfde moment ging de geest uit haar weg. 19  Toen haar eigenaars merkten dat ze hun bron van inkomsten kwijt waren, grepen ze Paulus en Silas vast en sleurden hen naar het marktplein, 20  waar ze hen voorleidden aan de stadsbestuurders. Ze zeiden: ‘Deze mensen brengen onze stad in rep en roer. Het zijn Joden, 21  die een levenswijze verkondigen waarmee wij, als Romeinen, niet mogen instemmen en die we niet in praktijk mogen brengen.’ 22  Ook de verzamelde menigte keerde zich tegen Paulus en Silas, waarna de stadsbestuurders hun de kleren van het lijf lieten scheuren en bevel gaven hen met stokslagen te straffen. 23  Nadat ze een groot aantal slagen hadden gekregen, werden ze opgesloten in de gevangenis, waar de gevangenbewaarder opdracht kreeg hen streng te bewaken. 24  Overeenkomstig dit bevel bracht hij hen naar de binnenste kerker en sloot hun voeten in het blok. (NBV)
Daar gaat je visioen. In Turkije ging het nog goed, daar werden nieuwe gemeenten gesticht, werden nieuwe zendelingen, zoals Timoteüs, geworven, maar in een Romeinse garnizoensstad als Filippi gaat het mis, daar wacht de gevangenis. En daar hadden ze ook wel een beetje om gevraagd. Filippi had immers zelfs geen synagoge voor de Joden. Op de Sabbat moest men buiten de stadspoort, bij de rivier, op zoek naar een gebedsplaats. Over mannen die daar bijeen zouden komen wordt niet verteld. Vrouwen waren er, zoals er zo vaak in de geschiedenis vrouwen zijn die de godsdienst blijven volhouden ondanks verdrukking en verbod. Maar het lukte ook hier om gehoor te vinden. Lydia, de Joodse purperverkoopster. Ze had ook een eigen huis en een groot huis want ze nodigde het hele reisgezelschap uit bij haar te komen logeren. Naast Paulus en Silas waren immers ook Timotheüs en Lukas er bij. Men ging tenminste met enige regelmaat naar de gebedsplaats aan de rivier om te vertellen over de bevrijding van de armen, over Jezus van Nazareth die door de dood heen de liefde van God voor de mensen had volgehouden.
Maar dan komt de Jomanda uit de dagen van Paulus. Vrouwen die orakels spraken kwamen in het Romeinse Rijk veel voor. Zij gaven namens de goden boodschappen door die door de mensen voor wijze uitspraken en toekomstvoorspellingen gehouden werden. Wij hebben onze Jomanda en Char, zij hadden de orakels, verschil was er nauwelijks, alleen waren de orakels uit de tijd van Paulus slavinnen die geld verdienden voor hun eigenaars. Maar de juffrouw uit het verhaal dat we vandaag lezen had door dat er concurrentie was. Dit waren niet zomaar eenvoudige lieden die vertelden over een nieuwe godsdienst, dit waren lieden die je maar het beste op een voetstuk kon plaatsen, des te harder konden ze er af vallen. Dienaren van de allerhoogste noemden ze hen daarom, priesters die redding konden brengen aan mensen die zichzelf verloren waanden.
Dan kun je twee dingen doen, of je aanvaard de roem en klimt op de troon die ze voor je opricht, een beetje reclame is immers nooit weg, of je pakt haar aan en zorgt dat ze zwijgt. Paulus doet geen van beiden. Dat hij niet op een voetstuk ging staan klopt met zijn navolging van de Jezus van Nazareth die ook altijd mensen verbood te vertellen dat hij hen genezen had. Maar Paulus pakt ook niet de arme slavin zelf aan. Hij spreekt een boze geest aan en beveelt die het meisje te verlaten. Dan heeft het meisje de keus, of ze erkent dat haar optreden berust op een leugen, of ze laat de boze geest gaan en houdt op met haar metier. Dat laatste gebeurd en brengt Paulus in de cel. Het is niet eenvoudig van mensen te blijven houden, maar uit dit verhaal kunnen we opnieuw leren dat het de beste weg is. Ook onze Jomanda’s en Char’s zullen verlost moeten worden van het kwade dat hen drijft. Wij doen er goed aan mensen voor hen te waarschuwen.