Mijn herder

Jesaja 44:24-45:7

24 Dit zegt de HEER, je bevrijder, die je al in de moederschoot heeft gevormd: Ik, de HEER, ben het die alles gemaakt heeft,
de enige die de hemel heeft uitgespannen, die zelf de aarde heeft uitgespreid. 25 Die de tekenen van orakelpriesters verstoort en waarzeggers ontmaskert, die wijzen naar de achtergrond dringt en hun kennis bespottelijk maakt, 26 die het woord van zijn dienaar gestand doet en vervult wat zijn boden hebben voorzegd. Die van Jeruzalem zegt: ‘Het zal weer bewoond worden,’ en van Juda’s steden: ‘Ze zullen herbouwd worden, en wat verwoest was, laat Ik herrijzen.’ 27 Die de diepste oceaan gebiedt: ‘Word droog! Ik zal je waterstromen droogleggen.’ 28 Die over Cyrus zegt: ‘Dit is mijn herder, alles wat Ik wil, brengt hij ten uitvoer: hij geeft opdracht om Jeruzalem te herbouwen en voor de tempel de fundering te leggen.’ 1 Dit zegt de HEER tegen Cyrus, zijn gezalfde, die Hij bij de rechterhand neemt, aan wie Hij volken onderwerpt, voor wie Hij koningen ontwapent, voor wie Hij deuren opent – geen poort blijft gesloten: 2 Ik zal voor je uit gaan, Ik zal ringmuren slechten, bronzen deuren verbrijzelen, ijzeren grendels stukbreken. 3 Ik zal je verborgen schatten schenken, diep weggeborgen rijkdommen. Dan zul je weten dat Ik de HEER ben, de God van Israël, die jou bij je naam roept. 4 Omwille van mijn dienaar Jakob, van Israël, dat Ik heb uitgekozen, heb Ik je bij je naam geroepen en je met een erenaam getooid, ofschoon je Mij niet kende. 5 Ik ben de HEER, er is geen ander, buiten Mij is er geen god. Ik heb je omgord met wapens, ofschoon je Mij niet kende. 6 Zo zal iedereen, van oost tot west, weten dat er niets is buiten Mij. Ik ben de HEER, er is geen ander 7 die het licht vormt en het donker schept, die vrede maakt en onheil schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet. (NBV21)

We willen zo graag weten wat de toekomst ons brengt. Dat lied van Jaqueline E. van der Waals:” Wat de toekomst brengen moge, mij geleid des Heren hand” is ons niet genoeg. Waarzeggers, astrologen, mediums, instraalsters ze verdienen kapitalen aan onze behoefte de toekomst te kennen. Wie de Weg van de God van Israël wil gaan keert zich af van die onzinvertellers. De toekomst ligt al vast net als het verleden. Niet de toekomst van elk van ons individueel, wij hebben nog steeds de keus deel uit te maken van de toekomst van die God of juist niet met die God de toekomst in te gaan. In de Bijbel vertellen profeten over de toekomst. Maar ze vertellen eerder hoe het in het licht van hun tijd zal aflopen met mensen en met volken dan dat ze iets nieuws vertellen dat nog niet aan het gebeuren was. Jesaja heeft het over de terugkeer van ballingen en de herbouw van Jeruzalem en de Tempel. De herrijzing van Juda als herkenbare eenheid voor bewoning door de mensen die de Weg van de God van Israël zijn gegaan. Die terugkeer is eigenlijk al begonnen toen ze er in de ballingschap voor kozen toch vast te blijven houden aan de richtlijnen voor de menselijke samenleving die ze van die God hadden gekregen. Ze hadden de verhalen er over bijeengebracht, opgeschreven waar dat nog nodig was, op een rij gezet waar ze versnipperd waren geraakt.

De profeet ziet in de politieke veranderingen in zijn tijd een teken dat er ook voor zijn volk wat te veranderen staat. Die koning Cyrus van Perzië is een heel ander soort koning dan de koningen van Babel die ze hadden leren kennen. Die Cyrus, of Kores zoals hij ook wel in de Bijbel genoemd word, bestuurt zijn rijk zoals een herder zijn kudde schapen bestuurt. Hij zorgt er voor dat ze grazige weiden hebben en helder fris water waar ze kunnen drinken. Cyrus versterkte zijn rijk door bondgenoten te maken van de overwonnen volken. Bondgenoten zouden minder snel in opstand komen dan vernederde volken. En die leeggeroofde landen waar de bevolking in ballingschap was gebracht waren een welkome prooi voor rovers en buurvolken die nog niet onder de macht van Cyrus waren gebracht. Sterke steunpunten waren veel belangrijker, welke godsdienst er dan werd beleden was minder relevant. Cyrus kwam nog uit de cultuur die geloofde dat elke land en elke stad haar eigen God had die je eer moest bewijzen als je toevallig in dat land of die stad kwam. Die Judeeërs hadden dat begrepen, zij kwamen uit Juda en bleven dus vasthouden aan hun eigen God. Nu dat konden ze beter doen in hun eigen land, dan bleven ze vrienden van Cyrus.

De schrijver van het boek van Jesaja ziet het aan en kan alleen geloven dat een Heidense Koning dat doet omdat de God van Israël hem gebruikt als werktuig. Cyrus laat zien hoe het moet als koning, hij is de gezalfde van de Heer, de Messias, de Christus als je het in het Grieks wil lezen. Want die koning vraagt niet in de eerste plaats iets voor zichzelf. Macht, aanzien, eerbied, onderdanigheid komen allemaal niet ter sprake. Het gaat over de stad en de Tempel. Zelf mogen ze die herbouwen. Voor de profeet betekent dit dat het licht van de God van Israël weer in de wereld gaat schijnen. Die God was dus niet door andere goden overwonnen en verslagen. Die had die ballingschap gebruikt om het volk Israël te zuiveren van afgoderij en bijgeloof en toen ze dat hadden geleerd stuurde die God een Koning die ze weer terug kon laten keren om hun eigen Tempel op te bouwen. Die Tempel komt in het verhaal centraal te staan. Daar worden de richtlijnen voor de menselijke samenleving bewaard en voorgeleefd. Daar gaat het over delen van wat je hebt, offeren noemen ze dat, maaltijd houden met de armen en de vreemdelingen, je familie en de tempeldienaren. Als de herbouw van de Tempel is voltooid zo verteld de Bijbel dan zal dat verhaal over de wording van Israël ook worden voorgelezen door de Priesters en de Levieten. Wij mogen zo’n Tempel in ons hart bouwen, door de naaste lief te hebben als onszelf, elk voor zich maar vanzelfsprekend ook als richtlijnen voor de inrichting van onze samenleving als een menselijke samenleving.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *