1 Samuel 13:15b-22
Saul monsterde de mannen die bij hem waren gebleven. Het waren er zeshonderd. 16 Saul en zijn zoon Jonatan waren met hun troepen gelegerd bij Gibea in Benjamin; de Filistijnen hadden hun kamp opgeslagen bij Michmas. 17 De stoottroepen van de Filistijnen rukten uit in drie richtingen: één naar Ofra in Sual, 18 één naar Bet-Choron en één naar de grensstrook waar je over de Hyenavallei heen uitkijkt op de woestijn. 19 In die tijd was in heel Israël geen smid te vinden. De Filistijnen wilden namelijk voorkomen dat de Hebreeën zwaarden of speren zouden maken. 20 Alle Israëlieten moesten hun ploegscharen, hakken, bijlen en sikkels bij de Filistijnen laten slijpen. 21 Dit kostte twee derde sjekel voor ploegscharen en hakken, en een derde sjekel voor bijlen en ossenprikken. 22 Bij het uitbreken van de oorlog beschikte dus geen van de soldaten van Saul en Jonatan over een zwaard of een speer, alleen Saul zelf en zijn zoon Jonatan. (NBV)
Het had een jaar geduurd voordat de door Samuël tot koning gezalfde Saul ook werkelijk bij loting was aangewezen en door het volk was aanvaard. Nu is Saul echt koning en na twee jaar ook wel aan het koningschap gewend en moet er opgetreden worden tegen de plunderende Filistijnen. En daar begint direct een drama. Saul had niet vertrouwd op de God van Israël maar zelf een offer gebracht om die God mild te stemmen en was toen aan de slag gegaan. Samuël had hem verteld dat God hem daarvoor veroordeeld had.
Samuël is daarna vertrokken en heeft de handen van Saul afgetrokken. Saul heeft nog maar 600 soldaten over. Twee maal zoveel als Gideon nodig had om de Filistijnen te verslaan. Geen van zijn soldaten had een zwaard of een speer. De Filistijnen hadden een prima manier om Israël ongewapend te houden. Zij beslisten over het slijpen van landbouwwerktuigen en wapens, zoals sommige landen beperkingen kennen voor het omgaan met kernenergie om te voorkomen dat ze kernwapens maken. Heel nauwkeurig wordt verteld hoe veel het zou hebben gekost om de landbouwwerktuigen die je ook als wapen kunt gebruiken te laten slijpen.
Gideon wordt niet voor niets genoemd want de elite van de Filistijnen rukt op naar Ofra, de geboorteplaats van Gideon. Maar Gideon had zijn strijd gevochten in nauw overleg met de God van Israël. Ook zijn mannen hadden hun overwinning niet te danken aan zwaarden maar aan kruiken en fakkels, daarmee was paniek gezaaid in het leger van de Filistijnen. Een overwinning kan dus ook zonder geweld, iets waar ook wij wat vaker aan moeten denken, maar of Saul dat ook lukt is maar helemaal de vraag.